De dertig-procent-regel
Apple vraagt een percentage van de omzet aan iedereen die in de App Store een app verkoopt. Dat percentage is 30 procent. Als je een app koopt voor 10 euro, dan gaat er in Nederland eerst 21 procent aan BTW naar de Belastingdienst, en van wat er dan overblijft, is 70 procent voor de maker en 30 procent voor Apple. Die 30 procent rekent Apple op alles: apps, in-app aankopen, e-books, en noem maar op.
Dat Apple een bijdrage vraagt, is logisch: er zitten enorme kosten aan het bouwen en onderhouden van een App Store. Apple moet al die apps hosten op servers, en het downloaden van de apps door gebruikers (en de talloze updates niet te vergeten) kost de nodige bandbreedte. Apple biedt ontwikkelaars ook tools voor hun werk, zoals Xcode. Het is logisch dat ontwikkelaars delen in al die kosten, en eerlijk is eerlijk: het is ook prima als Apple daar winst op pakt.
Hoe reëel is 30 procent?
Je kunt je wel afvragen waar die 30 procent op is gebaseerd. Als je je huis verkoopt voor drie ton en de makelaar die dat voor je regelt wil vervolgens dat je één ton aan hem overmaakt, dan is dat buitenproportioneel. Als je een creditcardbetaling doet van 1.000 euro, en Visa of MasterCard wil vervolgens dat je 300 euro transactiekosten betaalt, dan is dat ook veel te gortig. Met andere woorden: hoe redelijk is die dertig procent? Kijk je binnen de wereld van app-winkels, dan lijkt 30 procent normaal. Google hanteert voor de Play-store precies hetzelfde percentage. Maar dat komt omdat Apple de toon heeft gezet met die 30 procent. Het kan kennelijk ook lager. Epic Games
heeft zelf een game store waar ontwikkelaars maar 12 procent afdragen.
Wat is redelijk? Apple heeft de eigen Ap Store recent
een ‘trillion dollar economy’ genoemd. Alleen al in 2019 ging er een biljoen dollar in om. De vraag is nu: is het reëel dat Apple grofweg een derde van dat biljoen ontvangt? Kost het onderhouden van een App Store zo veel geld? Telegram-CEO Pavel Durov noemt dat argument
één van de zeven mythen die Apple gebruikt om hun percentage van 30 procent te verdedigen:
In fact, running an app store costs only a fraction of what Apple takes from app developers. Every quarter, Apple receives billions of dollars from third-party apps. Meanwhile, the expenses required to host and review these apps are in the tens of millions, not billions of dollars. We know that because we at Telegram host and review more public content than the App Store ever will. Actually, any company running a massive video platform will need both more servers and more moderators than a company running an app store.
De app-economie verandert
Er speelt nog meer. Toen de App Store begon, was het simpel: je had gratis apps en betaalde apps. Als je als ontwikkelaar een gratis app maakte, dan hoefde je niets aan Apple af te dragen – heel sympathiek, want Apple maakt wél de kosten. Bood je een betaalde app aan, dan ging er altijd 30 procent naar Apple. (Op een enkele uitzondering na – het helpt Apple niet dat ze
Amazon maar 15 procent lieten betalen voor hun Prime Video-app). Maar vandaag de dag is de app-economie veel complexer. Je hebt gratis apps en betaalde apps, maar je hebt ook gratis apps die alleen werken zodra je een betaald abonnement afsluit. En betaalde apps waarin je vervolgens nóg een keer betaalt als je extra functionaliteiten wilt hebben. Je hebt ook gratis apps die volledig functioneren, maar die wel een donatie vragen, op vrijwillige basis. Of apps die worden betaald via advertenties, maar die advertenties kun je met een kleine bedrag uitzetten. Kortom: er zijn talloze verdienmodellen bij gekomen. Ondanks dat, hanteert Apple nog steeds de simpele 30-procent-regel. En dat levert heel veel tegenstrijdigheden op.
Schoenen en digitale schoenen
Als je schoenen verkoopt via een app, zoals Zalando dat doet, dan mag je zelf weten hoe mensen betalen in die app (via creditcard, iDeal, of geld per postduif, alles mag) en dan hoef je niks aan Apple af te dragen, ook al maak je wel winst via de app. Maar bouw je een virtuele wereld en heb je daarin een schoenwinkel die virtuele schoenen verkoopt, dan moet je opeens wél Apple’s in-app-aankoopsysteem gebruiken en 30 procent afdragen. In beide gevallen verkoop je schoenen, en in beide gevallen maak je winst via de app, en toch hoeft de ene schoenverkoper niet aan Apple te betalen en de andere schoenverkoper wel. Bij boekuitgevers is dat nog vreemder: die verlopen hetzelfde boek in gedrukte vorm en als e-book. Verkopen ze dat gedrukte boek via een app, dan hoeven ze niet aan Apple te betalen, maar verkopen ze datzelfde boek elektronisch via een app, dan moet het wel.
Over de rug van de gebruiker
Dat leidt voor gebruikers tot lastige situaties. Neem Netflix. De Netflix-app is gratis. Maar je hebt een abonnement nodig om ‘m te gebruiken. Maar de app die je in de App Store downloadt, laat je geen abonnement afsluiten. Daarvoor moet je eerst naar de Netflix-website gaan. Daar betaal je je abonnement, en vervolgens kun je in de app inloggen. Zo omzeilt Netflix de dertig-procent-regel van Apple. De regels zijn zo strikt dat Netflix niet eens in de app mag zeggen dat je een elders een abonnement moet kopen… dat moet je als consument zelf maar uitzoeken. Audioboekwinkel Audible is nog vreemder als app op je iPhone. Je ziet de complete bibliotheek van titels, maar je kunt er geeneen kopen. Daarvoor moet je ook weer naar je browser gaan, of naar een andere apparaat, dáár de aankoop doen, en die vervolgens downloaden in je app. Dat is allemaal heel gebruiksonvriendelijk.
Wiens schuld is dat? Apple’s schuld, omdat ze volharden in hun percentage, of Netflix’ en Amazons schuld, omdat ze de regels van Apple omzeilen? Feit is dat beide kampen het niet eens worden en dat dat voor de gebruikers heel vervelende situaties oplevert. Zoals nu ook met Fortnite.