MacFan – Het mag: zelf je Mac repareren

Opvallend nieuws van Apple vorige week: Apple zet een programma op waarmee consumenten zelf hun Apple-apparaten kunnen repareren. Jawel, je leest het goed: je mag van Apple weer zelf je apparaat openschroeven. Apple gaat originele onderdelen en de juiste gereedschappen aanbieden aan mensen die bijvoorbeeld zelf een batterij of kapotte camera willen vervangen. Het begint volgend jaar met onderdelen, tools en handleidingen voor de iPhone 12 en 13 (eerst alleen in de VS, maar later in het jaar ook in andere landen) en later in 2022 wil Apple dat ook uitbreiden naar Macs met een M1-chip.

Goed nieuws? Ja, natuurlijk. Al vragen we ons een beetje af of het niet vooral een PR-offensief van Apple is om een weerwoord te hebben op de right-to-repair-beweging. Want hoeveel mensen zullen straks daadwerkelijk hun eigen iPhone of Mac openschroeven als er iets stuk is? Wij zouden het risico niet zo heel snel nemen – dan toch liever naar de Apple Store voor een reparatie. Apple zegt zelf ook dat het niet voor iedereen is:

Apple gaat een Online Store voor Self Service-reparaties inrichten, waar straks ruim 200 afzonderlijke onderdelen en tools te vinden zijn voor de iPhone 12 en 13. Als je je oude (kapotte) onderdeel terugstuurt voor recycling, krijg je bovendien een korting op je volgende aankoop.

Interessant allemaal. Wij zijn vooral benieuwd hoe Apple gaat voorkomen dat er straks allemaal beunhazen over originele Apple-onderdelen beschikken. We zien het al voor ons: allemaal mannetjes op Marktplaats die je telefoon of Mac kunnen repareren. We hebben een vraag bij Apple neergelegd over dat risico, maar we zijn nog in afwachting van antwoord. We houden jullie op de hoogte!

Mac Catalyst begint zijn vruchten af te werpen: steeds meer ontwikkelaars gebruiken het om een iPad-app om te vormen tot een native app voor de Mac. Met Catalyst kunnen Mac- en iPad-apps dezelfde code delen, waardoor het minder tijdrovend wordt om een aparte app voor de Mac te ontwikkelen. De Twitter-app is een goed voorbeeld van hoe een ontwikkelaar iPad-code kan gebruiken om een Mac-app te maken. En er verschijnen nieuwe apps die dezelfde route bewandelen. Amazon Prime Video bijvoorbeeld, wat best groot nieuws is… Amazon omarmt de Mac App Store, inclusief alle regels/beperkingen die Apple oplegt. Zo'n native app heeft allerlei voordelen: Beeld-in-beeld is mogelijk, AirPlay wordt ondersteund, en je kunt betalen voor je Prime-abonnement via in-app aankopen (zonder creditcard).

Dat is mooi, maar toch hebben wij nog steeds wat gemengde gevoelens bij Catalyst. Aan de ene kant is het goed voor de Mac dat er apps beschikbaar komen waar ontwikkelaars anders niet aan waren begonnen. Maar het delen van code heeft ook consequenties. Het doet soms afbreuk aan de conventies van macOS. Een simpel voorbeeld is het Voorkeuren-paneel, dat bij Amazon Prime Video overigens ‘Instellingen’ heet (dat is al inconsequent). In Prime Video ziet dat paneel er zo uit:

Dat oogt als een instellingenscherm in iOS of iPadOS. Niet als een voorkeurenpaneel zoals dat er doorgaans uitziet in macOS. Ter vergelijk, dit is het (herkenbare) voorkeurenpaneel van Apple TV+ op de Mac:

Dat lijkt meer op een voorkeurenpaneel zoals we dat gewend zijn in macOS. Niet dat wij tegen een nieuwe vormgeving zijn, maar het zou mooi zijn als macOS wel enige consistentie weet te bewaren. Catalyst morrelt aan de eenvormigheid van macOS.

Naast Prime Video komt ook WhatsApp binnenkort met een nieuwe native Mac-app. Wij zijn geen fan van WhatsApp – daar hebben we ons al wel eens over uitgesproken – maar de halve wereld gebruikt het, dus voor die halve wereld is het dan wellicht interessant om te weten dat de app naar de Mac komt. Nu roep je misschien: ‘Hij is er toch al heel lang voor de Mac?’ En dat klopt: WhatsApp Desktop staat al jaren in de Mac App Store. Maar die app is meer een satelliet-app bij WhatsApp op je iPhone. Je moet je iPhone er altijd bij houden om WhatsApp Desktop te gebruiken. Dat komt omdat WhatsApp tot nu toe primair op één apparaat werkt; je telefoon. Dat gaat veranderen: WhatsApp rolt geleidelijk multi-device support uit. Dat betekent dat je WhatsApp straks op vier verschillende apparaten kunt gebruiken – ook als je iPhone even helemaal offline is. (De beperking van vier apparaten is overigens wat mager; bij een messenger als Telegram is er helemaal geen beperking.) WhatsApp werkt nu aan een nieuwe iPad-app (met multi-device support ingebouwd) en volgens meerdere bronnen wordt die iPad-app via Catalyst ook omgetoverd tot Mac-app. Eindelijk, zouden we willen zeggen.

macOS is al jaren uitgerust met Boot Camp, waarmee je Windows kunt opstarten op een Mac. Alleen geldt dat niet voor Macs met een M1-, M1 Pro- of M1 Max-chip. Microsoft weigert tot nu toe Windows beschikbaar te stellen voor Macs met Apple Silicon. En nu weten we waarom: Microsoft heeft een exclusieve deal met Qualcomm voor Windows op computers die draaien op chips met een ARM-architectuur. Vermoedelijk is Microsoft daar zelf ook niet zo happy mee, maar een deal is een deal. Volgens insiders zou de deal met Qualcomm binnenkort verlopen, wat de weg zou vrijmaken om Windows alsnog aan te bieden voor Macs met Apple Silicon. Tot die tijd kunnen Mac-gebruikers met een M1-chip wel gebruik maken van virtualisatie via Parallels 16.5, maar die route kent ook de nodige problemen. Laten we hopen dat de deal met Qualcomm snel voorbij is.

We kennen de frustratie allemaal: je Mac is te oud voor de nieuwste versie van macOS. Met allerlei gevolgen van dien: sommige apps kun je niet meer installeren, je mist nieuwe functies, en noem maar op. Logisch dan ook dat lezers ons wel eens vragen: kan ik stiekem niet tóch die nieuwe versie van macOS op een te oude Mac installeren? Zo ook Jos Velleman. Hij mailde ons er dit over:

Om maar meteen open kaart te spelen: wij hebben ons zelf nooit gewaagd aan zo’n ingreep, hoe verleidelijk die soms ook lijkt. Het punt is dat Apple niet ‘zomaar’ bepaalt dat een bepaald type Mac niet meer geschikt is voor een volgende versie van macOS. Er zit doorgaans een gegronde technische reden achter. Bijvoorbeeld: toen macOS gebruik ging maken van Metal, vielen Macs met een grafische kaart die geen Metal ondersteunt, af. Nu kan een patch best een en ander omzeilen, maar je houdt dan toch altijd een Mac die ergens gemankeerd is. En dat kan zich plotseling wreken als er bijvoorbeeld een kleine update van macOS is, waardoor de patch niet meer goed werkt. Dat is een groot risico. Daarom zouden wij zeggen: als het een experiment is met een oude Mac die je niet per se nodig hebt: vooral proberen. Maar als het de Mac is waar je dagelijks van afhankelijk bent, dan zouden wij het niet adviseren om een ‘unsupported update’ te doen.

Iedereen die in de vorige eeuw een tweedehands auto reed, kende de ‘Autovraagbaak’ van P. Olyslager. Zelf je auto repareren? Een makkie leek dat – tot je het boek doorbladerde. Maar goed, van mijn Dafjes verving ik zelf ruitenwisserarmen, bougies, clignoteurs, inlaatspruitstuk, stoelen en banken, pluskabels, bumpers, startmotor en een uitlaat. Dat vond ik heel wat. Inmiddels bel ik de wegenwacht al voor een lekke band. Apple heeft het slim gezien. Stel een reparatieprogramma in en iedereen is blij, van consument tot overheid. Maar ik geef het je te doen, zelf de accu van een iPhone of MacBook vervangen. Laat staan het scherm. Zoals ik twee weken terug al zei, geef mijn portie maar aan Apple. Toch is er wel iets veranderd, ook al is het misschien alleen maar een uitvlucht om aan overheidsingrijpen te ontkomen. iFixit liet het al weten. De nieuwe MacBooks zijn eenvoudiger te repareren. Apple zegt zelf in de verklaring: “[…] onze producten zijn ontworpen op duurzaamheid, een lange levensduur en meer reparatiegemak […]”. Als die lijn doorzet, gaan we de goede kant op. Repareren is beter dan recyclen.

– Jack Nouws, Macfundamentalist