De dikte van een |
In mei stuurden we een member-editie uit met de titel 'Overdreven handig'. Dat was de aanleiding voor lezer Richard om ons een mailtje te sturen over iets dat hij niet handig vindt:
Ik werk heel veel in Microsoft Word for macOS (Monterey). Mijn grootste probleem is het vinden van het ‘insertion point’ in de tekst, vooral als ik er Grammarly op los laat. Schijnbaar is daar niets aan te doen. Je kunt wel de ‘blink rate’ veranderen via Terminal. Maar ik wil gewoon dat dat dunne streepje dikker is! Is dit een herkenbaar probleem bij de senior gebruikers?
Richard doelt op het knipperende streepje in tekstverwerkers; het punt waar de tekst komt die je typt. Het wordt vaak de 'cursor' genoemd, maar officieel heet het 'insertion point'. Toen wij de vraag van Richard lazen, dachten we: dat zoeken we even voor 'm op! Vast zo'n functie die er al sinds jaar en dag is, maar die op een onmogelijke plek zit verstopt. Maar we kwamen van een koude kermis thuis. macOS heeft wel opties om de muiscursor groter te maken, maar niet het insertion point in tekstverwerkers zoals Word of Pages. We vonden helemaal niets dat Richard kon helpen.
We vroegen ons af of het misschien een ding is dat weliswaar niet macOS-breed valt in te stellen, maar wel in individuele tekstverwerkers. We zochten in Pages, in Teksteditor, in Byword, in Microsoft Word, en ook in meer specialistische tekstverwerkers, zoals script-tekstverwerker Slugline. Nergens een optie om het insertion point groter of vetter te maken. De moed zonk ons in de schoenen toen we de vraag ook tegenkwamen op answers.microsoft.com, waar een Microsoft Agent dit antwoord gaf:
We maakten ons er eigenlijk een beetje boos over, want een tekstverwerker is in de basis niets meer dan een leeg scherm met een knipperend streepje. Hoe is het dan mogelijk dat dat ene cruciale element op geen enkele manier aangepast kan worden aan de wensen van de gebruiker? Als je de voorkeuren van Microsoft Word opent, kun je zo'n beetje alles instellen. Ja, in die voorkeuren zit zelfs een knop met 'Uw Pride laten zien'. Maar het insertion point aanpassen? Ho maar.
Hier hield onze zoektocht op. Eventje begonnen we te geloven dat het kennelijk onmogelijk is voor app-ontwikkelaars om dat streepje aanpasbaar te maken. Totdat we Storyist openden; een app bedoeld voor het schrijven van romans en andere boeken. Heel veel instellingen heeft de app niet; stukken minder dan Word in ieder geval. Maar ons oog viel wel op één cruciaal ding:
Onder het tabje Text Editing staat helemaal bovenaan een instelling die je in elke tekstverwerker zou verwachten: 'Cursor Style'. Goed, dat had misschien 'Insertion Point Style' moeten heten, maar daar willen we nu even niet over zeuren. Storyist biedt een keuze! Die is nog steeds beperkt, maar in ieder geval valt er iets te kiezen. Als je op het dropdown-menuutje klikt, zie je dit:
macOS-style of iOS-style. En die laatste is wat dikker en daardoor beter zichtbaar. Het kan dus wel. Andere ontwikkelaars bekommeren zich er alleen niet om.
Kom in actie!
Als ontwikkelaars zich er niet om bekommeren, dan heeft het gewoon niet genoeg prioriteit. Dus is het tijd voor actie. Als je ook een aanpasbaar insertion point wilt, laat het dan weten! Laten we maar eens beginnen bij Microsoft. In Word kun je heel makkelijk feedback geven. Klik in de menubalk op Help en dan op Feedback. Dan krijg je dit venstertje te zien:
Klik op 'Ik vind iets niet leuk' of 'Ik heb een suggestie'. Ook al is het venstertje keurig in het Nederlands, wij raden aan om de feedback in het Engels te geven. En je kunt screenshots meesturen. Als je een suggestie doet, zou je de screenshots van Storyist hierboven kunnen meesturen. Als voorbeeld van hoe het ook kan.
Maar laten we het niet bij Microsoft alleen houden. Apple moet hier ook iets doen. In Cupertino vinden ze toegankelijkheid super belangrijk, maar kennelijk heeft niemand daar in de gaten dat mensen met wat slechter zicht in een tekstverwerker moeilijk kunnen zien waar hun tekst komt. Apple heeft een speciaal e-mailadres voor zulke kwesties: accessibility@apple.com. Naar dat adres moet je zéker in het Engels mailen. Houd het beknopt; dat maakt de kans dat iemand er notie van neemt groter. En heb het vooral over het insertion point, en niet over de cursor. Want die laatste kun je al sinds jaren aanpassen in macOS.
Apps & businessmodellen
Hoe verdien je geld aan apps? Dat kan op allerlei manieren. Met een eenmalige aankoopprijs. Met een abonnement. Met in-app aankopen. Met advertenties. Er kan van alles, maar één ding wordt steeds weer duidelijk: als je je aanvankelijke businessmodel verandert, dan komt er gedonder. Want daar houden gebruikers niet van. Op dat vlak waren er twee dingen in het nieuws de afgelopen week:
Apple kwam zelf in het nieuws met de app Kaarten. Mark Gurman van Bloomberg schrijft namelijk in zijn Power On-nieuwsbrief dat Apple vanaf volgend jaar advertenties gaat plaatsen in Kaarten. Geen banners of zo, maar gesponsorde zoekresultaten. Dus dan kan McDonald's betalen om prominenter vermeld te worden in de zoekresultaten als jij bijvoorbeeld zoekt op 'restaurant in de buurt'. Waarmee Apple Kaarten dan eigenlijk Google Maps achterna gaat. Je kunt je voorstellen hoe de meeste reacties onder het bericht op MacRumors klinken. De meeste mensen zijn op zijn zachtst gezegd 'teleurgesteld'.
De makers van Pixelmator hebben een iPad-app met de naam Pixelmator Photo. Een app specifiek bedoeld voor fotobewerking, dus wat beperkter in mogelijkheden dan het gewone Pixelmator. Het is een veelgeprezen app; wij gebruiken hem ook geregeld, vooral op vakanties, als er even geen Mac in de buurt is. Tot op heden kostte die app eenmalig € 7,99. Maar nu heeft Pixelmator er een abonnement van gemaakt: je betaalt als nieuwe gebruiker nu € 5,49 per maand of € 27,49 per jaar. Een lifttime-prijs is er ook nog steeds: die is nu € 54,99. En dat is nogal een verschil, van € 7,99 naar € 54,99. Pixelmator legt de keuze uit met een hele reeks argumenten. En die begrijpen we allemaal, maar het voelt toch wat wrang (en dat merk je ook in alle reacties) dat het gangbare businessmodel vandaag de dag kennelijk is: maak je app eerst populair met een lage, niet-rendabele prijs, en stap dan over op een abonnementsmodel. Als gebruiker van het eerste uur merk je er weinig van: je hoeft niks bij te betalen als je Pixelmator Pro al op je iPad hebt staan. Maar je voelt op je klompen aan dat je toch een keer de pineut bent. En jawel: Pixelmator heeft ook Pixelmator Photo for Mac aangekondigd. Een echte, native Mac-versie van de app. Maar als je fan bent van Pixelmator Photo en je wilt die Mac-versie ook hebben, dan begrijp je wel hoe laat het is: dan moet je alsnog aan een abonnement. Zo werkt dat kennelijk. En wij begrijpen heel goed dat prijzen van een paar euro niet rendabel zijn – maar het voelt gewoon een beetje zuur als je eerst zo'n mooi prijsje voor de neus wordt gehouden, en vervolgens blijkt het verhaal toch anders te zijn.
Air Twister met een Nederlands tintje
Tot slot: een nieuwe game in Apple Arcade. We zijn in MacFan spaarzaam met nieuws over Apple Arcade, Apple Music en Apple TV+, want voor je het weet worden we een entertainmentnieuwsbrief in plaats van een Mac-nieuwsbrief. Maar dit is toch wel een leuk nieuwtje, met een interessante Mac-observatie. Het gaat om de nieuwe game Air Twister in Apple Arcade.
Een 3D fantasy shooter volgens de één, een endless shooter volgens de ander, en Apple zelf categoriseert het spel als swipe shooting. De game is gemaakt door de legendarische spelontwerper Yu Suzuki. En die vroeg niemand minder dan de Nederlandse zanger en muzikant Valensia (bekend van de hit Gaia) om de soundtrack van het spel te maken. En dat deed hij – een over-the-top, bombastische soundtrack zoals je die van Valensia verwacht. Luister vooral eens naar het nummer Air Twister en je concludeert al snel hetzelfde als gamers die het spel uitprobeerden: dit is een game-soundtrack zoals je die nog nooit hoorde.
Ons viel nog iets anders op. Een kleinigheidje, maar toch saillant: het fraaie icoon van de app. Duidelijk een design-cue van Apple:
Apple heeft een rigide icoon-beleid. In iOS en iPadOS zijn alle iconen vierkant-met-afgeronde-hoeken. Geen enkele uitzondering mogelijk. Op de Mac hadden iconen altijd de meest uiteenlopende vormen. En dat kan nog steeds, maar Apple zelf maakt alle iconen voor de Mac vierkant-met-afgeronde-hoeken. En stimuleert andere ontwikkelaars dat ook te doen. Maar anders dan bij iOS, brengt Apple bij Mac-iconen graag iets speels erin. Een elementje dat buiten het strakke kader treedt. Bestudeer alle iconen van Apple-apps op je Mac maar eens. Dan ontdek je al snel de dubbele voorliefde van Apple: een strakke, identieke basisvorm voor elk icoon én iets speels dat zich daar niets van aantrekt. Het Air Twister-icoon op de Mac is wat dat betreft echt een Apple-icoon.
MacFan verschijnt voor betalende leden elke dinsdag, soms wat later. Tot volgende week!