Een presentatie typen
Veel ontwerpers, ontwikkelaars en creatieven grijpen voor het uitwerken van een nieuw idee meteen naar Keynote of PowerPoint. Presentatiesoftware is handig om eerste ideeën uiteen te zetten en andere mensen er enthousiast voor te maken. Niet alleen creatieven doen dat; ook in het kantoorleven beginnen heel wat concepten met een presentatie. Met kreten, bulletlists en plaatjes kun je een ingenieus plan concreet maken zonder een heel rapport te hoeven schrijven.
Nu zijn apps als Keynote en PowerPoint (vanzelfsprekend) heel erg visueel ingesteld. Kijk alleen naar alle animaties die je in Keynote kunt gebruiken. Prachtig allemaal, maar wat als het je nou écht alleen maar om titels, bulletlists en wat eenvoudige plaatjes gaat – kan het dan niet nóg makkelijker dan met Keynote?
Slideas
Bij Neomobili bedachten ze een nieuwe presentatie-app, die ze twee maanden geleden uitbrachten: Slideas. Het idee achter de app is simpel: een presentatie moet je kunnen typen. Geen gedoe met dingen op hun plek slepen, geen tekstkaders en vormen. Laat je muis liggen en typ je presentatie.
In Slideas hoef je alleen maar te tikken. Dat wil zeggen: je kiest eerst een thema voor je presentatie (er zitten vijf thema's ingebakken in Slideas), je kiest ook de hoofdkleur van je presentatie, en dan kun je beginnen met je eerste slide. Net als in Keynote heeft elk thema een aantal verschillende basisdia's. Je kiest een basisdia door op de + te klikken en te kiezen welke lay-out je wilt hebben. Na die paar kliks kun je muis laten rusten en je vingers op het toetsenbord laten.
Markdown
Slideas gebruikt Markdown om je al typend de inhoud en vormgeving te laten bepalen. Markdown is een opmaaktaal die oorspronkelijk bedoeld is voor bloggers en (web)ontwikkelaars; het laat je artikelen tikken in schone, platte tekst (zonder allerlei verborgen formatting die tekstverwerkes als Word toevoegen), maar waarin je toch simpele vormgeving kunt verwerken. Je kunt woorden vet of cursief maken, je kunt titels in verschillende groottes zetten, je kunt linken naar webpagina's toevoegen, je kunt lijstjes maken, en noem maar op. Platte tekst heeft van zichzelf geen enkele vormgeving, dus om die zaken toe te voegen moet je codes in je tekst gebruiken. Vroeger zou een ontwikkelaar daar HTML voor gebruiken. HTML (de opmaaktaal van het web) gebruikt tags om vormgeving aan te geven. Die tags zie je wel in je editor – maar de browser zorgt ervoor dat de lezer later een mooie tekst op de webpagina ziet staan. Dit is een voorbeeld van tekst met HTML-tags:
HTML is niet zo moeilijk om te leren, maar het is niet prettig om in te schrijven. Een tekst oogt met al die tags al snel onoverzichtelijk. De makers van Markdown bedachten een opmaaktaal die iets prettiger oogt. Niet met tags, maar met simpele tekens op je toetsenbord. Een woord vet of cursief maken, doe je bijvoorbeeld met sterretjes:
Voor Markdown geldt net als voor HTML dat je even moet weten wat de 'code' is. Maar als je die eenmaal kent, is tikken in Markdown erg makkelijk, en het levert je teksten op die prettiger zijn om te redigeren dan HTML-teksten. Markdown is bedoeld om in te schrijven; zodra je klaar bent en kunt publiceren, moet de Markdown-tekst alsnog worden omgezet naar HTML. Maar dat is in talloze editors en CMS-systemen tegenwoordig een kwestie van kopiëren en plakken – de Markdown-tekst wordt automatisch omgezet in correcte HTML.
Terug naar Slideas
Goed, een heel verhaal over wat Markdown is. De bedenkers van deze opmaaktaal bedoelden Markdown specifiek voor bloggers en andere mensen die schrijven voor het web. Maar Markdown werd al snel omarmd voor allerlei andere toepassingen – zoals nu in Slideas. Want waarom zou je zo'n opmaaktaal ook niet gebruiken om een presentatie te typen? Leer jezelf wat Markdown-syntax en je kunt vormgeven met je toetsenbord.
Wij probeerden het meteen, en in een paar minuten hadden we een eerste simpele presentatie getypt. Met een bulletlist hier en een plaatje daar. Het is heel simpel. Wil je een titel?
# Dit is een titel
Ja, zo simpel is het: gewoon een # ervoor tikken, en het is een titel. Moet de titel iets kleiner?
## Dit is de titel.
Dan doe je twee keer een #. Nog kleiner? Je raadt het al:
### Dit is de titel.
Wil je een genummerde bulletlist? Niks ingewikkelds aan. Typ gewoon het eerste cijfer, met een punt erachter:
1. Dit wordt meteen een bulletlist
Zo tik je je eerste slide vol. Met drie simpele streepjes ga je naar de volgende slide, of je voegt er eentje toe door op de + te klikken. Een plaatje in je presentatie typen kan ook. Het plaatje dat je wilt gebruiken moet online staan (zodat je een link hebt die je kunt typen) of op je computer (zodat je het pad naar het plaatje kunt typen). Dat is dan opeens niet zo makkelijk – maar geen zorgen, hier kun je vals spelen: een plaatje in je presentatie slepen werkt ook gewoon. Het is wel verstandig om het plaatje in dezelfde map als je presentatie te bewaren: als je de presentatie naar iemand anders stuurt, moeten de losse plaatjes namelijk ook mee worden verzonden. Handig dus als je het allemaal in één map hebt zitten.
Verrassend veelzijdig
Slideas kan opvallend veel. Je kunt icoontjes gebruiken, YouTube-video's invoegen, blokcitaten opnemen, tabellen invoeren, wiskundige formules gebruiken, diagrammen maken... Hoe langer je in de menu's van Slideas snuffelt, hoe meer je ontdekt.
Dus wat vinden we ervan?
Slideas is bedacht om snel presentaties te tikken. Niet de gelikte presentatie die je naar een klant stuurt, maar wel de snelle presentatie die je vlug maakt om een idee voor jezelf of voor je collega's uit te werken. Het idee dat je zo'n snelle presentatie nog sneller kunt maken door alleen te typen, klopt wel. Markdown heb je zo onder de knie, en als je er eenmaal gewend aan bent, vliegen de slides uit je toetsenbord. Dat de app her en der nog een beetje buggy aanvoelt, vergeven we de makers: de app is net uit, en dit is duidelijk nog een 1.0 release. Waar we eigenlijk het meest tegenaan lopen, is dat vormgeving van de presentaties gewoon niet zo mooi is. Teksten staan naar ons gevoel teveel tegen de bovenrand aan – een probleem dat lastig is op te lossen omdat witregels invoeren niet mogelijk is. Dat is nog wel op te lossen door een 'lege afbeelding' in te voegen, door ![]() te typen. Dat levert een witregel op. Maar het algehele gevoel blijft dat de slides er niet heel mooi uitzien. Er worden vijf thema's meegeleverd (wellicht komt daar in de toekomst nog wat bij) en het is mogelijk om je eigen thema te bouwen en toe te voegen. Je kunt zelfs thema's uit Keynote, PowerPoint en Google Slides ombouwen tot Slideas-thema's – maar heel eenvoudig is dat niet. Al met al vinden we Slideas een charmant idee en een snelle werkwijze – maar de perfectie moet nog volgen. Vandaar voorlopig drie sterren.
Slideas – Markdown Presentation | € 32,99 | ★★★☆☆
Flash loopt op zijn laatste benen. Eind dit jaar is het voorgoed voorbij met de stroomvretende en vaak onveilige plug-in voor je browser. Opgeruimd staat netjes, vinden velen (en wij ook), maar we moeten toegeven: er werden ook ontzettend mooie dingen in Flash gemaakt. De komende weken kijken we in Flashback terug naar Flash-juweeltjes. Voor ze voorgoed zijn verdwenen.
Bear 71
De afgelopen twee weken keken we naar Flash-games; vandaag bezoeken we een interactieve documentaire: Bear 71. De website vertelt in 20 minuten op indringende manier het verhaal van een grizzly beer in Banff National Park in de Canadese Rockies. Het verhaal begint met beelden van een beer die wordt gevangen (wat niet zachtzinnig gaat) om haar van een zender en een nummer te voorzien. Vanaf dat moment is ze beer 71. En neemt ze het verhaal over: het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de beer. Ze noemt de Rockies 'the grid'. Want ook al is het een natuurgebied, er wordt meer gemonitord dan je denkt. 'It's hard to say where the wired world ends and the wild one begins', vertelt de beer. Terwijl ze haar verhaal doet, zie je een kaart van de Rocky Mountains, die is vormgegeven als een grid. Je ziet er ook beesten op verschijnen: coyotes, herten, lynxen, wolven, en noem maar op. Ze worden weergegeven met markers, en zodra je daarop klikt, zie je meer van ze. Videobeelden, foto's. En uiteraard zie je ook beren. En mensen. En valt je op hoe gruwelijk dicht langs elkaar zij zich bewegen. Ergens bij een viaduct staat een camera. Als je erop klikt, zie je beelden van een beer die passeert. Niet veel later zie je op precies dezelfde plek een groep jongeren met een opblaas-schildpad voorbij wandelen, op weg naar het water. Het natuurgebied ontvouwt zich als een grid waar mens en dier rakelings langs elkaar bewegen – tot het soms misgaat. Beer 71 loopt ook rond. Net als jijzelf – en ook jij hebt een nummer toegewezen gekregen. Je kunt haar volgen om te zien waar zij je brengt, maar je kunt ook op eigen houtje over de kaart zwerven, terwijl je naar haar verhaal luistert. Het wordt beklemmend, omdat er zelfs in de Rockies geen vrije natuur meer lijkt te zijn. Alles wordt gemonitord en gecoördineerd. 'The grid' laat een clash zien tussen mens en dier, maar ook tussen natuur en technologie. Vrolijk word je er niet van – maar Bear 71 is knap gemaakt en een voorbeeld van wat Flash nog meer kon dan alleen schreeuwerige reclamebanners produceren.
Tot slot... Wat zegt Jack?
Na zes jaar is het zover, de accu van mijn MacBook Pro is versleten. 416 cycli is een beetje weinig, hij zou 1000 mee moeten gaan, maar zes jaar is weer best lang. Apple Support toch maar bellen over die schamele 416 cycli, op aanraden van een expert. Maar ik had geen recht meer op support, zei de site. Afijn, 206 euro voor een nieuwe, zegt dezelfde site. Mac voldoet nog steeds, gaat nog jaren mee, dus een acceptabel bedrag. Maar na het bellen van een gecertificeerde Apple Service Provider hoor ik dat de top case (inclusief toetsenbord & trackpad) altijd vervangen moet worden. Totaal 409 euro. Ik denk dat ik mijn right to repair maar eens ga uitoefenen. Mijn merkentrouw wordt wel erg op de proef gesteld zo.
– Jack Nouws, Macfundamentalist
Volgende week dinsdag verschijnt de members-only editie van MacFan. De eerstvolgende reguliere nieuwsbrief verschijnt op 28 april.